Bijbelteksten kunnen heel snel weer uit je gedachten
verdwijnen nadat je ze gelezen hebt maar, soms gebeurt het ook dat ze lange
tijd blijven hangen nadat je ze gelezen
hebt. Op dit moment is het zo dat
bepaalde teksten uit Jakobus 1 me erg blijven bezig houden, bijvoorbeeld de
woorden uit Jakobus 1 vers 22: En weest daders des woords
en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.
Daders van het woord en niet alleen hoorders, das op zich
best duidelijke taal, de vraag die het echter bij mij oproept is: Hoe maak ik
dit praktisch in het dagelijkse leven?
Terwijl ik zo over die vraag aan het nadenken ben komt de
opdracht van Jezus ook naar voren: Heb God lief boven alles en je naaste als
jezelf. Ik moet heel eerlijk bekennen dat dit niet altijd het geval is bij mij
en dat ik dus vooral aan het tweede deel van die opdracht niet te allen tijde
voldoe. Ik weet niet of ik de enige ben maar, wanneer ik heel eerlijk naar mij
zelf kijk moet ik eerlijk bekennen dat ik niet altijd iedereen lief heb. Ik kom
op mijn pad wel eens mensen tegen die ik niet echt lief heb, de vraag die dan
weer naar boven komt moet je iedereen als je naaste zien of zijn je naasten
alleen de mensen om je heen, in je naaste omgeving?